klik hier
klik hier
Terug

Het hoeft niet altijd een massieve blokhut te zijn!

Tuinstoelen onder het bed, de grasmaaier op een krant onder de kapstok en de fiets in de gang, het is woekeren met de ruimte in sommige gezinnen zonder berging of schuur in de tuin. Een schuur is dan ook onmisbaar voor opslag van de frituurpan, de fietsen, de werkbank en het tuingereedschap.

Maar ze zijn soms ook een noodzakelijk kwaad, ze staan als houten blokkendozen in het gelid langs de straat, of achterin de tuin op de zonnigste plek en bieden dan niet altijd een fraai uitzicht vanuit de kamer. Maar steeds vaker worden ze meegebouwd als onderdeel van de terreinafscheiding met de buren en het lijkt er zelfs op dat er meer aandacht besteed wordt aan de architectuur van de schuurtjes, gebouwd in de stijl van het huis, opgetrokken uit steen en niet alleen gemaakt van grauw hout met een lelijk dak. Het is een goed teken dat er voor deze belangrijke bouwwerken in de tuin meer geld over is.

Toch worden er ook nog heel wat huizen gebouwd zonder schuurtjes in de tuin. De bewoners hebben dan een probleem, want als ze met ruimtegebrek kampen willen ze er één. Noodgedwongen komen ze dan uit bij de standaard tuincentrum-modellen, waar het aanbod varieert van een koof met rieten dakje en 'gezellige' raampjes tot massieve blokhutten. Ze zijn altijd van hout, waarbij de prijs afhankelijk is van de kwaliteit en de afmetingen. Mijn bezwaar tegen dergelijke tuinhuisjes is dat ze vaak grof zijn en erg standaard.

De firma 'Lugarde' heeft echter een paar aardige modellen met mogelijkheden om ramen en deuren uit te wisselen.lugardehuisje'Tack' is een merk dat in blokhutten doet, waarbij een paar modellen heel acceptabel zijn en inspelen op de wat modernere bouwstijlen, dat komt voornamelijk door de plaatsing van de ramen en deuren.

tack huisje De huisjes van 'Hillhout' zijn misschien wat gewild modern, maar wel lekker anders en dus ook duurder. Natuurlijk kan zo'n eenvoudig standaard huisje wel wat persoonlijker gemaakt worden, door het een leuke kleur te geven, of het te laten overgroeien met klimplanten. Soms is het onmogelijk zo'n huisje te plaatsen, omdat de vaste afmetingen nu eenmaal niet overeenkomen met de aanwezige ruimte. In zo'n geval is het veel leuker zelf een schuurtje te ontwerpen, helemaal geïntegreerd in het tuinontwerp, met de deur op de juiste plaats en raampjes die het muurvlak speels doorbreken, eventueel gecombineerd met een pergola waar ook nog een schommel aan kan hangen.

Is uw tuin echt te klein voor zo'n bouwwerk, maar heeft u wel behoefte aan bergruimte dan is het wellicht een idee een tuinkast of kist te plaatsen. Ook hiervan zijn standaard paketten te koop, maar als ze zelf worden gemaakt zijn ze soms beter te integreren op het terras en te gebruiken als bankje. U kunt ze ook deels ingraven om nog meer ruimte te creëren want het blijven natuurlijk obstakels in de tuin.

Net als de kliko's, de vuilniskolossen, die grijs, groen of bruin veel ruimte innemen op plaatsen waar we ze niet willen, maar waar ze moeten staan vanwege de afstand tot de keuken, de straat of de schaduw. Soms worden ze weggewerkt op een manier die nog lelijker of opvallender is dan de bakken zelf. Het is ideaal als de oplossing voor de plaats van de bakken samen met de buren kan worden gevonden. Omdat ze meestal in de voortuin staan is het moeilijk ze achter een hoge schutting weg te werken daarom is het natuurlijker ze in een heg of een begroeid hekwek te plaatsen.

De allerbeste oplossing zou zijn om door de architect van het huis een voorziening voor deze 'doornen' in het oog te laten bedenken. Bijvoorbeeld achter een muurtje in de stijl van het huis, een nis met een leuk hekje ervoor, of in een uitbouwtje aan het tuinschuurtje. Mijns inziens zijn er talloze oplossingen te bedenken voor de integratie van de kliko en het verbaasd me dat daar door de bouwwereld zo slecht op ingegaan wordt. Want als al die grijze of groene 'wachters' naast de voordeur op een goede manier aan het oog onttrokken worden zouden de vinexlocaties er een stuk gezelliger op worden.

© Marjet Mak

startpagina