klik hier klik hier
Terug

Een écht tuinblad !

Tuinbladen, ik koop ze nauwelijks meer, ik ben uitgekeken op de foto's van tuinen die in vorige tijdschriften ook leken te staan, de trends die een herhaling van zichzelf worden. De gezellige hoekjes met eenjarigen in potten, de houten tuinmeubelen onder een witte of groene parasol gefotografeerd. De tuinkast en de klomp met een geranium erin. De laatste variant op de zwarte viool, stokroos, Dahlia of Cosmea. De lofzang op een nieuwe Hortensia. Foto's van een trotse eigenaar die door zijn prutserige tuintje loopt. Voorbeelden van romantische of steriele boeketten uit de tuin. Reclames van steeds weer dezelfde bedrijven, aankondigingen van tuinfairs of tuinbeursen. Beroeps gedeformeerd blader ik in een kiosk altijd even door de diverse tuinbladen, maar meestal leg ik de een na de ander teleurgesteld terug. Kopen doe ik haast nooit meer.

Maar toch, ik kan dan wel lekker negatief doen, die tuintijdschriften voorzien wel in een behoefte en kennelijk is het een gat in de markt, gezien de aantallen die in de schappen staan. Voor veel mensen is het de sfeer of een droom waar ze naar kijken, die ze graag in hun eigen postzegeltje fantaseren. Vaak worden de teksten niet eens gelezen, het zijn de foto's die trekken. Het is een markt en er wordt geld mee verdiend. En als ik heel slecht denk, zeg ik; "het blad is er niet voor u, u bent er voor het blad".

Tussen al die tuinbladen, die komen en gaan, is er een die voor mij mag blijven, ik ben er zelfs al zo'n twintig jaar op geabonneerd en zal dat ook zeker nog twintig jaar blijven. Het blad, 'Onze Eigen Tuin' werd in 1954 door Mien Ruys, de beroemde tuinarchitecte, opgericht. En sindsdien werd met een harde kern van redactieleden en wisselende schrijvers met enige faam vier maal per jaar een blad gemaakt dat nog altijd staat als een, ...pardon, tuin. Het is een tijdschrift dat overduidelijk met liefde voor het vak en de natuur gemaakt wordt. Het is geenszins glossy, het valt juist op door zijn eenvoud, eigen stijl en vooral échtheid.

Neem bijvoorbeeld het laatste winternummer, met een verfrissende kleurige tekening als omslag. Het thema van dit nummer is 'naar beneden kijken' en dat levert een aantal interessante artikelen op over het effect van trappen in de tuin, het belang van bodemschimmels voor de groei van planten. Bodembedekkers die zelfs onkruid weren, een leuk verhaal over het kindje van de aardappel bintje, de melancholie van begraafplaatsen en Romke van de Kaa die een arboretum in Madurodam bezoekt.

Terugkerende items zijn de 'tuinles voor sukkels', op humoristische wijze wordt door Jo Cuypers aan de grootste leek kennis van het tuinieren bijgebracht. 'Mooi moestuinieren', geeft een geheel nieuwe kijk op de schoonheid van de moestuin. Er staan altijd leuke recepten in. Ton Vreeken schrijft gedreven over nieuwe zaden die op de markt zijn. Dirk Jan Koning, de tuinman van de tuinen Mien Ruys in Dedemsvaart, weet ook dit keer weer haarfijn de juiste toon te treffen. En de briefwisseling tussen twee vriendinnen over hun tuinervaringen is gewoon leuk om te lezen.

Als ik terugdenk aan de vele jaargangen die ik heb mogen ontvangen dan valt mij op dat er zo'n goede balans is tussen het begrip tuinarchitectuur, de basis en de vorm van een tuin en de aandacht voor het detail. De natuur, in en om de tuin. Het onderhoud, de planten sier, nuts, of wild, het komt altijd wel aanbod. En heel belangrijk er is ruimte voor humor, wat het blad ook iets lichtvoetigs geeft, zonder dat het iets afdoet aan de kwaliteit. 'Onze Eigen Tuin' ? Een blad waar iets uit te leren valt en dat voor maar 14,50 euro per jaar.

© Marjet Maks

startpagina