klik hier klik hier
Terug

Bermbloeiers in de tuin !

Een Nederlandse winter overslaan blijkt een ongekende luxe te zijn. Hier in Zuid-Europa was de winter zacht en aangenaam en gaat nu naadloos over in het voorjaar. Met gezang van vele vogels, de wielewaal, de nachtegalen, een uil, maar ook kikkers en krekels. En dan zijn er de bermen die nu volop in bloei staan. Soms is het alsof ik langs lange borders rijd, vol met planten die ik ken uit de Nederlandse tuinen. Om er maar een paar te noemen, er zijn hier vele soorten wolfsmelk, Euphorbia. Het frisse citroengeel wordt in de natuur gecombineerd met het heldere blauw van de Borago officinalis, ofwel komkommerkruid. In de tuin een woekeraar, maar het bloemetje is eetbaar en een ideale versierder van salades. In plaats van Borago, combineer ik de Euphorbia graag met Brunnera macrophylla, de Kaukasische vergeet-me-niet.

Een voorjaarsbloeier voor zon en schaduw, met groot donkergroen, decoratief blad en porseleinblauwe bloemetjes. Er zijn niet zoveel écht blauwe bloemen, paars, lila en violet zijn kleuren die veel meer voor komen. Een andere echt blauwe bloeier is de Anchusa of Ossetong. Dit is een prachtige, maar moeilijke plant, die natte winters meestal niet overleefd.

Blauw en geel zijn complementaire kleuren, die elkaar versterken en met een beetje wit erbij vind ik het in het voorjaar een van de mooiste kleurencombinaties. Om de kleuren spetterend te maken is daar de oranje papaver. Hier staan ze als puntjes op de i tussen het groene gras. In de tuin kennen we de oranje klaproos of Papaver orientale natuurlijk ook heel goed. Gedurende twee weken staat hij met z'n transparante 'papieren' bloemen te pronken, daarna moeten we het met de decoratieve zaaddozen doen, zeker zo mooi maar wat subtieler in de kleurencombinatie. Ook wilde Lupine is een geweldige bermplant, hij is wat fijner van snit dan onze gekweekte tuinlupine, die in allerlei kleuren te krijgen is.

Ik houd het meest van de gewone paarse, want die gekweekte soorten lopen na een paar jaar toch terug naar hun oorspronkelijke vorm. In de bermen tiert het wilde lieve-vrouwen-bedstro welig. Samen met geel speenkruid en blauw (paars) zenegroen, aangevuld met wat botanische bolletjes, zoals de gele Allium moly, of Tulipa tarda een uitstekende bodembedekking in de beschaduwde voorjaarstuin onder bomen. Het loof van de eerste twee verdwijnt na de bloei wat wel eens jammer is, maar ook weer nieuwe mogelijkheden biedt voor andere planten later in het seizoen.

Tot mijn verbazing zie ik hier ook de Gaura lindheimerii in de bermen bloeien. Bij ons een echte zomerbloeier, die meestal na een paar jaar weer verdwijnt. Veel mensen proberen hem steeds weer, omdat het zo'n sierlijke, mooie plant is. Kennelijk gedijt hij het beste in een droge en kalkrijke grond. Ik ga hem nu zeker proberen in mijn tuin, evenals een heleboel andere bermplanten, want met sterke gezonde planten ben je succes verzekerd.

© Marjet Maks

startpagina