klik hier klik hier
Terug

Beginnersfouten !

Toen ik vorig jaar de eerste border in mijn nieuwe tuin inplantte zag ik hem al helemaal voor me. Maar helaas, de fysieke waarneming nu, is een zeer slap aftreksel van mijn virtuele voorstelling een jaar geleden. De roze stokroos heeft weliswaar de juiste kleur, maar torent meters boven de andere planten uit. De wilde Calamintha (steenthijm) is in de natuur veel mooier, met minder water blijft de plant ieler, nu is hij opdringerig, veel blad en weinig bloem.

De citroengele Viola cornuta die ik onder de gele rozen zaaide, bleek een bont mengsel van pimpelpaarse en bruine kleuren. De Phlox is te wit, bovendien slingert de akkerwinde zich hierin omhoog en neemt kweekgras de kale plekken tussen de planten over. In mijn enthousiaste, ongeduld heb ik me schuldig gemaakt aan een aantal glorieuze beginnersfouten. Ik had de border wel bemest, maar onvoldoende ge-on-kruid, de wortels van kweek en akkerwinde en ook hanepoot zijn meedogenloos. Een border vervuild met deze onkruiden moet op z'n minst een jaar braak liggen en constant doorgewied, anders is de lol snel van het tuinieren af.

Na dat braakliggende jaar ligt een volgende valkuil op de loer, de enthousiaste tuinvriendin komt langs met een kistje planten, die zij over had. Vrouwenmantels, die u al genoeg hebt, saaie groenbladige Hosta's, Geraniums (altijd die flauwe endresii, nooit een bijzondere soort , zoals de psilostemon of renardii) Campanula's (de kortbloeiende en breeduitstoelende variant) en een lelijke kleur Phlox. De hovenier was bezig haar border uit te puinen, enfin u begrijpt het al. Les twee dus, plant nooit, maar dan ook nooit zomaar planten uit een andere tuin in de uwe. Gemeen onkruid is de straf.

Een volgende fout die ik ook op tal van plaatsen bega, is het planten van té kleine groepen. Beginnen met één plant van een snel uitdijend soort is okay. Bijvoorbeeld een Agastache foeniculeum (dropplant) of een Pesicaria amplexicaule 'Speciosum' (perzikkruid) of een Hosta sieboldiana 'Elegans'. Maar met de aankoop van één Helenium, één Coreopsis en één Monarda wordt het nooit wat. Er komen veel te veel soorten op de vierkante meter, en dat is rommelig en ongeorganiseerd. Afhankelijk van de grootte van de border beginnen we met aantallen van vijf tot zeven stuks per soort, met een enkele solitaire plant ertussen voor de vorm.

Maar dit wordt té abstract, eigenlijk zit ik u te vertellen dat u op papier een goed beplantingsplan moet maken. Dat kan best als die border toch een jaar braak ligt. Zelf zit ik er ook ernstig over te denken om de tuin maar eens in kaart te gaan brengen.

En dan dat opbinden van hoge bossige planten. Ieder jaar denk ik weer, het zal wel loslopen met die riddersporen, zonnebloemen, en monnikskappen, laat ze maar waaien. Nou inderdaad, één zomerstorm en alles ligt plat. Met opbinden begin je al in april, als je nog tussen de planten kunt komen en makkelijk stokken en ringen kunt aanbrengen, het behoud van een mooie border, al lijkt het dan nog wat kunstmatig en overdreven. En dat is dan ook precies de reden dat zovele nonchalante tuiniers jaarlijks dezelfde fout begaan. Soms is het disaster nog te redden met het afknippen van sommige planten. Zo hebben riddersporen een prima tweede jeugd, na de schaar.

Mijn handen popelen om verkeerd geplaatste planten nu al op een betere plek te zetten. Met veel regen en veel kluit zou het kunnen, maar beter is om nog een paar weken te wachten. Ná half september, dan mogen we weer op de schop.

© Marjet Maks

startpagina