klik hier
klik hier
Terug

De ene haag is de andere niet!

De beukenhaag loopt uit, eindelijk! Want zijn 'stiefbroertje', de haagbeuk staat al zo'n 3 weken met z'n frisse, groene blad te pronken. Er is veel verwarring rond deze twee beukenhaag soorten, maar dat zit hem voornamelijk in de Nederlandse naamgeving, want in het dagelijks gebruik zijn ze eigenlijk heel verschillend. Ze zijn nota bene niet eens familie van elkaar.

De haagbeuk behoort tot de familie van de berken en de beuk tot die van de beuken. De beukenhaag, (Fagus sylvatica) houdt van lichte, zanderige kleigronden, terwijl de haagbeuk (Carpinus betulus) op zwaardere, leemhoudende kleigronden kan worden aangeplant. In de herfst verkleurt de beukenhaag via schitterende kleuren naar het roestig, bruine blad dat de hele winter, tot begin mei in de haag blijft hangen.

De haagbeuk heeft een veel minder spectaculaire herfstkleur en het fletsbruine blad ligt na één nacht- vorstje onder de haag. Daarentegen loopt hij half maart al uit en dat is natuurlijk een verademing na al die sombere maanden. Behalve de grondsoort, is persoonlijke smaak de enige reden om voor de één of de ander te kiezen. Ik ken mensen die dat roestige blad van de Fagus sylvatica te somber vinden en er depressief van worden. Terwijl anderen de oranje-bruine kleur juist prachtig vinden. Vooral gecombineerd met wintergroene planten, bijvoorbeeld Taxus of Hedera, is er de hele winter kleur in de tuin.

Hagen zijn van oudsher ideale omheiningen van de tuin. Ze kunnen zo hoog groeien als het snoeimes reikt, of heel laag gehouden worden. In de tuin kunnen ze ruimtes indelen of afscheiden waardoor er tuinkamers ontstaan. En het zijn ideale achtergronden voor kleurige vaste plantenborders, mits rustig van kleur en bladvorm. Zo is de laurier (Prunus laurocerasus 'Rotundifolia') bijvoorbeeld, met zijn grove, glanzende blad erg onrustig als achtergrond en zijn Taxus en Hulsthagen veel neutraler door hun donkergroene, doffe blad. Helaas zijn deze wintergroene hagen langzame groeiers en daardoor veel duurder in aanschaf. Maar op termijn (al na zo'n vier jaar) hebben deze hagen veel meer uitstraling. Over de groenblijvende coniferenhagen wil ik het eigenlijk niet hebben, want ze zijn zo verschrikkelijk gewoon, maar als u echt een snelle groeier wenst, is de Cupressocyparis leylandii het beste alternatief.

Eigenlijk kunnen we van heel veel soorten struiken een haag maken, plant een rij van drie of vier struiken per meter, snoei ze één of twee keer per jaar en er staat een heg. Er zijn natuurlijk struiken die qua vorm beter tot hun recht komen als ze solitair staan, bijvoorbeeld de toverhazelaar, de magnolia of de japanse esdoorn, maar er zijn ook struiken die bijzonderder zijn als ze in een groter aantal aangeplant worden, denk bijvoorbeeld aan de Forsythia, de Kornoelje, de Spiraea, of de Liguster, zelfs bamboe of een rij wilgentenen, die weer uitlopen zijn mooi als haag. Laatst zag ik een rij eiken, steeds weer teruggesnoeid tot zo'n anderhalve meter. Het was zonder blad een prachtige rij van grillige takken.

Als u de ruimte heeft kan een gemengde boeren of Zeeuwse haag ook een aardige variant zijn. U plant verschillende min of meer gelijk groeiende heesters zoals beuk, botanische roos, hulst, meidoorn en jasmijn door elkaar en u krijgt een afwisselende, bloeiende haag met een hoop vogelplezier.

Buxus wordt sinds mensenheugenis al aangeplant als haag. In het Renaissance -of Baroktijdperk werden ze al gebruikt als siervorm of om vakken in de kruidentuin mee af te baken. De laatste jaren vindt men die gesnoeide Buxusheggetjes wat trendy, maar feit is, het blijft een ideale sterke, wintergroene plant. En snoei je ze niet of nauwelijks dan worden het prachtige,manshoge groene sculpturen.

© Marjet Maks

startpagina